maandag 4 februari 2013

Abrikozen linzenvlaai

Ik heb al eerder een blog geschreven over de Limburgse vlaai, maar toen ging het over de fruitvlaai op een traditionele bodem van gistdeeg. Deze vlaai is anders. Ik vond het als kind de lekkerste vlaai die er was. Er werd ook altijd gezegd dat deze vlaai het beste zou smaken als hij een week oud was, maar dat lijkt me wat overdreven. Een paar dagen mag de vlaai echter wel hebben. Hij smaakt dan gewoon beter.
Toen ik een paar jaar geleden in het tijdschrift Seasons een artikel las over Oostenrijkse bergbaksels, waaronder de Linzertorte, werd het voor mij ook duidelijk waar de linzenvlaai haar naam aan te danken heeft. Tenminste, beide baksels lijken qua ingrediënten dusdanig op elkaar dat de linzenvlaai vermoedelijk afkomstig is van de Linzertorte of anders een verbastering van de naam is.
Linzertorte is een oud recept uit het Oostenrijkse plaatsje Linz. Rond 1700 bestond er al een gedrukte versie van het recept. Het deeg bestaat voor de helft uit gemalen noten. Traditioneel worden hier hazelnoten voor gebruikt, maar ook amandelen zie je in recepten terug komen. Behalve noten gaan er ook speculaaskruiden door het linzerdeeg. Ik had altijd gedacht dat er ook speculaaskruiden gebruikt werden in een linzenvlaai, maar dat zie ik niet in recepten terug komen. Hetgeen overigens niet wil zeggen dat er in de linzenvlaai die ík at geen kruiden zaten. Ik verkeer nog steeds in de waan dat de beste vlaaienbakker van Maastricht dat wel deed. 
Een ander verschil tussen beide recepten is dat er in de linzenvlaai geen gemalen noten door het deeg gedaan worden. Soms zie je wel amandelschaafsel op de vlaai als versiering.

Het recept zoals hieronder beschreven kreeg ik ooit van iemand uit het dorp waarin ik opgroeide. Ik heb er zelf de speculaaskruiden aan toegevoegd, omdat ik een vleugje kruiden erdoor toch wel erg lekker vind, maar het kan dus weggelaten worden.
Linzenvlaai wordt overigens niet alleen gemaakt met abrikozencompote, maar ook met frambozencompote of zwarte pruimencompote. En in het recept voor de Oostenrijkse Linzertorte gaan zelfs nog 3 eetlepels rum en citroenrasp door het deeg. 
Lijkt het je lekker om toch gemalen noten door het deeg te doen, gebruik dit dan in plaats van de bloem, ongeveer 150 gram.





400 gram bloem
2 theelepels bakpoeder
200 gram boter
200 gram witte basterdsuiker 
1 eetlepel speculaaskruiden
2 eieren
snufje zout

350 gram abrikozencompote of confiture
1 eidooier
eventueel suiker en/of amandelschaafsel


Zeef de bloem en bakpoeder en meng alle ingrediënten, behalve de abrikozencompote, door elkaar. Kneed het geheel tot een samenhangend deeg en laat dit een half uur in de koelkast opstijven.
Verdeel het deeg in twee porties. Rol één deel van het deeg uit en bekleed hiermee een ingevette vlaaivorm van ongeveer 24 cm doorsnee. Verdeel de abrikozencompote over de deegbodem. Rol de rest van het deeg uit en snijd deze in repen van ongeveer 1 cm breed. Verdeel de repen over de vlaai.
Bestrijk de vlaai met de losgeklopte eidooier. Bestrooi hem eventueel met amandelschaafsel of suiker.
Bak de vlaai in een voorverwarmde oven op 180 graden in ongeveer 45 minuten goudbruin.

Bij de vlaai op de foto heb ik een beetje poedersuiker erover gestrooid.

zondag 27 januari 2013

Een heerlijke voorleesborrel


























Vanmiddag was het in onze bibliotheek niet alleen genieten van hapjes en drankjes, maar ook van de smakelijke columns van Onno Kleyn uit 'een bundel vol kookgeluk' die werden voorgelezen door de burgemeester. 
2013 is immers uitgeroepen tot het Jaar van het Voorlezen. Niet alleen voor kinderen, maar voor iedereen. Afgelopen woensdag gingen de Nationale Voorleesdagen (voor kinderen) van start en vanmiddag had onze bibliotheek een voorleesborrel (voor volwassenen) georganiseerd. 
Behalve dat ik het boekje en de voor te lezen columns uitzocht, culinaire columns passen wat mij betreft goed bij een voorleesborrel, mocht ik natuurlijk ook voor de hapjes zorgen. En zo stond ik gisteren een groot deel van de dag in de keuken om de drankjes voor de voorleesborrel te vergezellen van zo'n 200 eenvoudige en smakelijke hapjes. 




Dit is wat ik gemaakt heb:


Tortilla rolletjes

gevuld met (van rechtsboven met de klok mee)
- roomkaas, gegrilde rode paprika en oregano
- roomkaas, gegrilde groene paprika, rucola, pijnboompitten, pecorino
- pesto, avocado, pijnboompitten, lente-ui
- roomkaas, gegrilde oranje paprika
- geitenkaas, rucola, honing, walnoten


Caprese prikkers

Mozzarella-basilicum-tomaat met wat Maldon zeezout, gemalen rode peper, olijfolie en balsamico bianco.
Eigenlijk had ik een echte oude donkere balsamico moeten gebruiken. Er werd immers ook een column uit de bundel van Onno Kleyn voorgelezen over de echte balsamico. Maar ik vind die donkere balsamico weer zo'n smet op dat witte van de mozzarella.


Jaren geleden kreeg ik van iemand een recept voor hartige muffins. Ik heb ze vaak gemaakt, maar gisteren ging het helemaal mis. De smaak van de olijfolie overheerste en de structuur van het deeg was ronduit onaangenaam. Hoe het kan dat het juist nu mis gaat, terwijl ik zo vaak in de keuken sta. Een collega noemde het al de wet van Murphy.
Gelukkig stond er in Vegalicious van Alice Hart ook een recept voor hartige muffins en in dit geval zonder olijfolie.
Ik heb het basisrecept aangehouden. De keuze voor het soort groente en kaas is mijn eigen invulling. Eigenlijk is het gewoon een bekende Griekse combinatie.


Minimuffins met courgette, feta en munt

25 gram gesmolten boter
190 gram zelfrijzend bakmeel
2 eetlepels fijngeraspte Parmezaanse kaas
een snufje zout
een flinke mespunt geraspte nootmuskaat
1,75 dl melk
1 ei, losgeklopt
150 gram gerapte courgette
1 à 2 lente-uitjes in dunne ringetjes
100 gram feta
2 eetlepels versgehakte munt

Roer het meel, 1 eetlepel Parmezaanse kaas, het zout en de nootmuskaat in een kom door elkaar. Klop in een andere kom de melk, het ei en de gesmolten boter door elkaar. Roer beide mengsels door elkaar.
Voeg de geraspte courgette, lente-ui, feta en munt toe.
Smeer een muffinvorm voor 24 minimuffins in met wat boter (of zet papieren bakjes in de holtes) en verdeel het deegmengsel over de holtes van de muffinvorm. Strooi de resterende Parmezaanse kaas erover en bak de muffins in 15-20 minuten in een voorverwarmde oven op 190' C.

De muffins kunnen zowel warm als koud gegeten worden. 



vrijdag 11 januari 2013

De pizzaschep

Ik had me ooit voorgenomen om mijn blog reclamevrij te houden, maar de grens daarbij is soms moeilijk te bepalen. Als ik het over een kookboek of over een winkel heb, maak ik in principe al reclame. Dat hoeft ook niet verkeerd te zijn, zolang ik zelf maar kan bepalen op welke manier ik het publiceer. Zoals nu over de pizzaschep. 

Een tijd geleden werd ik benaderd door Kookpunt met de vraag of ik een artikel op mijn blog wilde schrijven over bijvoorbeeld een product uit hun winkel. Ik heb de website bekeken en het ziet er geweldig uit. Kookpunt wordt ook genoemd als dé kookwinkel van Nederland, met topmerken als KitchenAid, Nordic Ware en Le Creuset en met een oppervlakte van bijna 4000m2.
Ik heb een reis langs de vele producten van Kookpunt gemaakt, heb er serieus over nagedacht of ik voor één van de bakgereedschappen zou gaan, mezelf op een kookboek zou trakteren of me in de patisserie zou storten, maar uiteindelijk koos ik voor de pizzaschep.
Ik heb immers een pizzasteen, een goed pizzarecept, maar nog geen pizzaschep (en eigenlijk ook nog geen echte pizza oven). En juist dat was een gemis in de keuken. In ieder geval bij het bakken van pizza's. Ik kreeg ze nooit goed overgeheveld op de steen, waardoor de mooie ronde vorm van de nog ongebakken pizza soms als een geplooid product op de steen belandde met de helft van de ingrediënten ernaast.

Al geruime tijd droomde ik van een mooie pizzaschep (eigenlijk een met zo'n lange steel, maar dat is ook wel weer onhandig) en nu heb ik er dan eindelijk een in huis. Een geweldige schep, gemaakt van ecologisch duurzaam hout, licht in gewicht en lekker groot, al was ik even bang dat hij niet in de breedte van mijn oven zou passen. Maar dat ging gelukkig goed.
Je moet er wel voor zorgen dat er een beetje bloem of semolina (fijngemalen griesmeel) op de plank ligt en de belegde pizza er ook niet te lang op blijft liggen. Anders wordt het deeg te vochtig, waardoor de pizza niet gemakkelijk van de pizzaschep glijdt. 
Maar wat mij betreft is de pizzaschep een fantastische aanwinst. 

De pizza op de foto is belegd met mozzarella, gegrilde venkel, gegrilde courgette en tijm.
Dit is het recept, zoals ik het ook eerder bij La Pizza schreef.


Voor vier kleine pizza's of twee grote
400 gram bloem
1 zakje gedroogde gist of 25 gram verse gist
1 theelepel zout
2,5 dl lauwwarm water

Maak een papje van de gist, een beetje bloem en een halve deciliter van het lauwwarme water. Laat het een tijdje staan, zodat de gist gaat werken en er kleine luchtbellen ontstaan.
Meng het zout door de bloem. Maak een kuiltje in het midden van de bloem en voeg hier het gistmengsel en de rest van het water aan toe. Kneed het geheel tot een soepel en elastisch deeg, ongeveer een kwartier en laat het onder een vochtige doek en op een warme plek rijzen tot het in volume verdubbeld is.
Verdeel het deeg in twee of vier porties. Kneed de deegbal nog een paar minuten goed door. Strooi wat bloem of semolina op het werkblad en rol het deeg uit tot de gewenste dikte.
Beleg de bodem vervolgens met stukjes mozzarella, venkel en courgette. Bestrooi de pizza met tijm, druppel er eventueel nog wat olijfolie over en bak de pizza op de pizzasteen in een zo heet mogelijke oven in zo'n 10 minuten gaar.


dinsdag 1 januari 2013

Een opgerold Nieuwjaar

Als kind stond ik rond het eind van het jaar vaak met mijn moeder en zus in de keuken om dikke wafels te bakken. Een Limburgse traditie, want op Nieuwjaarsdag was het de gewoonte om die wafels mee te nemen op familiebezoek. Soms stonden er wel een paar soorten wafels op tafel. We waren immers niet de enigen van de familie die wafels bakten en meenamen. 

In Drenthe, waar ik inmiddels al weer 10 jaar woon, is het de gewoonte om op Nieuwjaarsdag rollegies te eten, een opgerold kniepertie dat symbool staat voor een nog opgerold jaar, waarvan je niet weet wat het zal brengen. 
In het tijdschrift 'Seasons' uit 2001 staat een heel artikel over deze ijzerkoeken, zoals ze oorspronkelijk genoemd werden. De naam knieperties slaat op het samenknijpen van het deeg tussen de twee platen van het ijzer, waardoor flinterdunne koeken ontstaan. Direct na het bakken worden de koeken rond de steel van een pollepel opgerold.
De traditie van de rollegies gaat terug tot de 16e eeuw. De ijzerkoeken werden uitgedeeld aan kinderen die hun nieuwjaarsliedjes kwamen zingen. Bij het bakken werden er magische krachten toebedeeld aan de koeken en al naar gelang hoe het baksel uitviel, kon je voorspellingen doen.

Bron: Seasons, jaargang 8, nummer 8, december/januari 2001



Ik heb zelf nog nooit knieperties en rollegies gebakken, al heb ik genoeg oude koekijzers. Maar ik heb geen haardvuur en geen treef waar het ijzer op kan leunen. En ook geen elektrisch ijzer.
Verleden jaar kregen we van Mrs. Bramley (van de appels) een blikje met rollegies en het bijbehorende recept. Dat wil ik hier graag delen.

500 gram bloem
500 gram suiker
250 gram boter
3 eieren
1 zakje vanillesuiker
3,5 dl water

Breng het water aan de kook, los de suiker erin op en voeg de rest van de ingrediënten toe. Maak er een glad beslag van.
Doe met een lepel een beetje van het beslag op het ijzer. Na ongeveer 30 seconden haal je het nog zachte koekje van het ijzer en wikkel je het om de steel van een houten pollepel.
Even vasthouden en vervolgens het rolletje van de steel halen. Liefhebbers kunnen het rolletje vullen met slagroom.

In de Seasons stond ook een recept bij het artikel over de knieperties en de rollegies. In dit geval is het geen beslag, maar een deeg waar bolletjes van gemaakt worden. 
Misschien moet ik toch maar eens  een ijzer aanschaffen en zelf aan de slag gaan. Dit is het recept.

1 pond tarwebloem
1/2 pakje roomboter
1/2 pond witte basterdsuiker
4 zakjes vanillesuiker
2 à 3 eieren
snufje zout
snufje kaneel

Kneed alle ingrediënten in een kom goed door elkaar en laat het deeg enige uren in de koelkast staan. Maak vervolgens bolletjes van het deeg en bak de knieperties in een heet ijzer goudbruin.










Ik wens iedereen een gezond, gelukkig en smakelijk Nieuwjaar!

zondag 30 december 2012

Penne met radicchio en tomatensalsa


Een tijd geleden zag ik in zo'n Duitse Marktkauf voor het eerst radicchio liggen, van die grote, rode slakroppen. Ik heb er toen een salade van gemaakt naar een recept van Ottolenghi. Verleden week had AH ook radicchio als weekgroente in de schappen liggen met een recept erbij voor deze 'penne met radicchio en tomatensalsa'. Dit keer waren het geen rode slakroppen, maar de Radicchio Rosso di Treviso Tardivo. Een prachtige naam. Ik zag op de blog van Antoinette (Italiaans koken met Antoinette) een post over allerlei soorten radicchio. Voor de belangstellenden is hier de link.

Het recept van deze penne doet me trouwens erg denken aan de pasta rucola dat ik eerder op mijn blog plaatste. Eigenlijk meer een zomers gerecht dan iets voor deze tijd van het jaar, maar als 'primo', de eerste gang na de Italiaanse antipasto, kan het ook prima. Vervolgens schep ik nog een keer op en maak ik er de secondo, de tweede gang, van. 
Hoe dan ook, zo'n eenvoudig en smaakvol pastagerecht als dit behoort toch wel tot mijn favorieten.

1 bosje radicchio
500 gram tomaten
300 gram penne
1 buffelmozzarella
100 ml olijfolie (extra vierge)
30 gram rucola
een handvol basilicumblaadjes
1 eetlepel kappertjes
1 teentje knoflook
peper en zout

Snijd de tomaten in kleine stukjes, scheur de basilicumblaadjes en vermeng dit met de kappertjes, de uitgeperste knoflook en de olijfolie. Breng het op smaak met peper en zout en zet de salsa minstens twee uur op een koele plek.
Kook de pasta beetgaar. Verwarm de salsa even kort in een pan. Giet de pasta af en meng dit met de salsa. Scheur de buffelmozzarella in stukjes en voeg dit toe. Snijd de radicchio in grove stukken en voeg dit met de rucola aan de pasta toe. Roer het geheel goed door.

maandag 24 december 2012

Fijne kerstdagen!











Gisteren waren we bij vrienden op bezoek en de hint was duidelijk: "die Devil's Food Cake kennen we inmiddels wel". En ze hebben natuurlijk gelijk. Twee weken, bijna drie weken geen nieuwe post op mijn blog is wel erg lang niets. En dat terwijl ik eigenlijk minimaal één keer per week een nieuw bericht had willen posten. Maar soms is het even niet anders.
Ik hoop dat het me gaat lukken om heel snel die verrukkelijke penne met radicchio en tomatensalsa te posten, evenals de paprikasoep met gorgonzola en de linzenvlaai, die ik onlangs heb gemaakt.

Maar voor nu wens ik iedereen hele gezellige kerstdagen!



donderdag 6 december 2012

Devil's Food Cake

Het is alweer zo'n acht jaar geleden dat het boek 'Ik wil chocola' van Linda Collister een plaats in mijn boekenkast kreeg. En al die jaren heb ik me voorgenomen om een keer de Devil's Food Cake te maken. Alleen al door die naam. Dat klinkt gewoon duivels lekker. Hetzelfde geldt trouwens voor de Mississippi Mud Pie. Een taart die afkomstig is uit het zuiden van de VS en zijn naam dankt aan het dikke, donkere en modderige water van de Mississippi Delta. Dat klinkt natuurlijk niet erg smakelijk, maar als je de taart zou zien en bedenkt dat die modderige massa van chocolade is dan wil je best een hapje proeven.
Maar twee weken geleden maakte ik dan toch eindelijk de duivelse chocoladetaart voor mijn verjaardag. 
Oorspronkelijk werd deze taart gemaakt van bieten en cacao, waardoor de taart rood van kleur was. Waarschijnlijk dankt de taart zijn naam ook door de combinatie met een witte glazuurlaag die je bij de rode exemplaren ziet. De taart wordt daardoor ook wel de Red Velvet Cake genoemd, maar dan hoort hij wel echt rood te zijn.
Mijn Devil's Food Cake is zonder bieten en zonder witte glazuurlaag, maar wel goddelijk van smaak.


Voor de cake
100 gram pure chocolade, fijngehakt
125 ml zure room
175 gram rietsuiker
300 gram bloem
een mespunt zout
3 eetlepels cacao
1 theelepel baksoda (dubbelkoolzure soda)
100 gram boter
200 gram kristalsuiker
2 eieren
1 theelepel vanille-essence
175 ml water, op kamertemperatuur

Voor de ganache
300 gram pure chocolade
(eventueel half puur, half melk)
225 ml zure room

Verwarm de gehakte chocolade, zure room en rietsuiker in een pan met een dikke bodem. Roer af en toe tot de chocolade gesmolten is en het mengsel glad.
Zeef de bloem, het zout, de baksoda en de cacao.
Klop de boter met de suiker tot een romige massa. Klop de eieren er één voor één door, gevolgd door de vanille-essence.
Roer het gezeefde meelmengsel en het water er geleidelijk aan door. Voeg tot slot het chocolademengsel toe. Zorg dat alles goed gemengd is.

Verdeel het beslag over twee taartvormen (springvormen) van 20 cm doorsnee en bak ze (eventueel om beurten) op 180' C in 45 minuten gaar. Reken voor twee  grotere taartvormen van 24 cm doorsnee een baktijd van 30 minuten.

Controleer met een houten prikker of breinaald of de cakes gaar zijn.

Smelt voor de ganache de chocolade au bain marie. Haal de kom van het vuur en roer de zure room erdoor. Laat het mengsel dik en smeerbaar worden.

Snijd de cakes met een doorsnee van 20 cm doormidden. Bij de cakes met een grotere doorsnee hoeft dat niet, omdat die minder hoog zijn.
Smeer op iedere laag, behalve de bovenkant wat van de ganache. Leg de lagen op elkaar en smeer de rest van de ganache op de bovenkant en zijkanten van de taart. Versier de taart eventueel met schaafsel.


























Overigens hoop ik dat ik nog een hele tijd kan blijven bloggen, maar de opslagcapaciteit voor mijn blog is nagenoeg vol. Ik ben druk op zoek naar een geschikte oplossing. Maar voor nu is het weer even gelukt!