zondag 21 december 2014

Winterse pasteitjes




Laatst kocht ik boterraapjes op de biomarkt in Emmen. Ik had ze nog nooit eerder gehad, ik had er zelfs nog nooit eerder van gehoord, maar deze goudgele knolletjes zien er in hun eenvoud zo mooi uit; dat kan ik gewoon niet laten liggen.  Bovendien leken ze me een prima onderdeel voor de kleine winterse pasteitjes uit Plenty More van Ottolenghi
Boterraapjes lijken qua smaak wat op meiraapjes, die wit met paarse knolletjes. En daarvan zeg ik altijd dat het een beetje naar radijs smaakt, maar dan milder.
Ottolenghi gebruikt voor deze pasteitjes winterse wortels en knollen, maar zijn recepten zijn eenvoudig aan te passen met andere ingrediënten.  Zo heb ik in plaats van pastinaak uit het originele recept deze boterraapjes gebruikt, in plaats van zwart mosterdzaad heb ik geel mosterdzaad gebruikt en in plaats van zure room door het deeg heb ik water gebruikt.
En ondertussen ben ik alweer allerlei andere vullingen aan het bedenken voor deze heerlijke en makkelijk te maken pasteitjes. 





Voor ongeveer 10 pasteitjes

Voor het deeg
240 gram bloem
190 gram boter
50 gram water
snufje zout

Voor de vulling
3 eetlepels olijfolie
1 theelepel kerriepoeder
2 theelepels mosterdzaad
1/2 theelepel kardemom
1 grote ui
1 groene chilipeper
1 eetlepel tijmblaadjes
2 tenen knoflook
500 gram groenten
(bijvoorbeeld aardappels, boterraapjes en wortels 
óf aardappels, pastinaak en pompoen)
250 ml water (of bouillon)
120 gram geraspte kaas
(cheddar of goudse)
verse koriander
peper en zout
1 losgeklopt ei


Kneed de bloem met de boter, water en zout tot een samenhangend deeg en bewaar het minimaal 30 minuten afgedekt in de koelkast.

Verhit de olijfolie in een grote pan en voeg de kerriepoeder, mosterdzaad en kardemom toe. Bak een paar seconden en voeg de gehakte ui, knoflook, chilipeper en tijm toe. Bak dit zo'n 5 minuten en voeg dan de in blokjes gesneden groenten toe. Voeg het water (of bouillon) toe, draai het vuur wat lager en laat het geheel 15 minuten koken. Roer af en toe tot de groenten gaar zijn en het vocht voor het grootste deel is ingekookt; er moeten nog circa 3 eetlepels over zijn. Breng de vulling op smaak met peper en zout.
Laat het geheel wat afkoelen en voeg dan de geraspte kaas en koriander toe.

Smeer een muffinvorm met 12 uitsparingen in met boter.
Rol het deeg uit tot 2-3 mm dik en steek er rondjes uit om de muffinholletjes mee te bekleden. Druk in elke vorm een deegcirkel. Snijd het overtollige deeg weg. Zorg dat er ook genoeg deeg overblijft voor de dekseltjes. Maak die op dezelfde manier, alleen wat kleiner in doorsnee.
Verdeel de vulling over de deegbakjes, bestrijk de deegranden met losgeklopt ei en druk de deegranden stevig op elkaar. Bestrijk de bovenkant met losgeklopt ei en snijd wat inkervingen in de deksels zodat de stoom weg kan.
Verwarm de oven voor op 200' C. Zet de pasteitjes eerst nog 10 minuten in de koelkast en bak ze vervolgens in de oven in ongeveer 30 minuten goudbruin.

Lekker bij een salade of als lunch.