dinsdag 25 september 2012

Bimi-kaastaart

Verleden week kreeg ik via twitter een oproep van Ianna (Beginspiration) met de vraag of ik mee wilde doen aan het Foodblogevent van september. Het thema is 'maak jouw favoriete hartige taart'. 
Met nog een paar dagen te gaan ga ik toch overstag met deze bimi-kaastaart, die ik een tijd geleden maakte maar nog niet gepost had. 
Eigenlijk helemaal geen bijzondere taart, maar juist daardoor wel zo leuk om er iets over te schrijven. 
De taart is een afgeleide van de kaastaartjes die op mijn blog staan en waarbij ik de combinatie van croissantdeeg met een lobbige, smeuïge kaas onweerstaanbaar lekker vind. Die basis behoort denk ik wel tot mijn favoriete hartige taart. En verder kun je er eindeloos mee variëren. Bovendien is het wat mij betreft ook de leukste en verrassendste manier van koken; kijken wat je in huis hebt, bedenken welke smaken bij elkaar passen en er vervolgens wat van maken. 
In dit geval heb ik bimi (die kleine dunne broccolisteeltjes) met knoflook in olijfolie gebakken en dit met een abdijkaas in de taart verwerkt. Heel eenvoudig en heel lekker. 
Ik heb voor deze taart meer room gebruikt dan in het recept voor de kaastaartjes, maar het is maar net waar je zin in hebt. Het wordt er gewoon wat lobbiger door. 
Als tegenhanger voor deze toch enigszins machtige taart is een grote bak sla erbij wel zo lekker.



1 blikje croissantdeeg
2 schaaltjes bimi (à 200 gram)
2 tenen knoflook
olijfolie
3 à 4 eieren
2 dl room
peper en zout
250 gram abdijkaas 
handvol pijnboompitten

Fruit de bimi in de olijfolie. Pers de knoflook erboven uit. Laat het geheel zachtjes gaar worden en breng het op smaak met peper en zout.
Beboter een vuurvaste ovenschaal en bekleed deze met het deeg. Verdeel de bimi met knoflook over het deeg. Snijd de kaas in stukjes en verdeel ook deze over de taart. Andersom kan ook, dus eerst de kaas en dan de bimi.
Klop de eieren met de room los en schenk dit over de taart. Strooi er nog een handvol pijnboompitten over en bak de taart in ongeveer 40 minuten op 200' C.

dinsdag 18 september 2012

Proseccobonbons



Als ik ooit al gedacht had dat ik mijn roeping om chocolatier te worden gemist had, dan ben ik daar nu van genezen. Wat een bende had ik van mijn eerste vormbonbons gemaakt. En het leek zo gemakkelijk. Geïnspireerd door de blog van Nell (Eetplezier), de mooie bonbonvorm die ik gekocht had en het heerlijke recept van de champagnebonbons uit Het Kookboek van Ottolenghi ging ik twee weken geleden vol goede moed aan de slag. 
Eerst de vorm vullen met gesmolten chocolade, dit af laten koelen, vervolgens vullen met de vulling, weer af laten koelen en tot slot afdekken met een laagje chocolade. Dat lijkt toch niet heel lastig. Maar waar laat je die chocolade die weer uit de vorm moet? Mijn au-bain-marie pannetje is maar heel klein. En hoe lang laat ik die chocolade eruit lopen, want zodra ik de vorm weer recht houd, loopt alles weer naar de onderkant, waardoor dat deel weer te dik wordt. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het creëren van een mooie gladde bovenkant of eigenlijk onderkant als je de bonbons omdraait.
Maar ik zal mezelf niet zijn als ik het geheel niet een tweede kans geef. Dit keer met een zelfbedachte constructie om het kliedergehalte te verminderen. En ik ben de chocolade toch ook maar gaan tempereren om een mooie glans te krijgen. Niet helemaal zoals het hoort, maar toch.
Het resultaat mag er voor een tweede keer best zijn: mooie glanzende chocoladerozen gevuld met een Prosecco chocolade vulling. Die paar luchtbelletjes in de chocolade en een niet zo'n gladde onderkant neem ik dit keer voor lief.



60 gram melkchocolade
200 gram pure chocolade
150 gram boter
80 ml Prosecco (of champagne)
40 ml Cointreau (of cognac)

pure chocolade voor de afwerking

Hak met een mes beide soorten chocolade in kleine stukjes en verwarm ze au-bain-marie tot het net gesmolten is. 
Verwarm de Prosecco en Cointreau tot ongeveer 80' C. Giet de alcohol over de chocolade en roer het geheel goed door. Roer de boter in kleine stukjes door de chocolade en blijf roeren tot de massa glad is.
Laat de vulling in de koelkast volledig afkoelen.

Smelt de chocolade voor de afwerking au-bain-marie en breng de temperatuur van de chocolade terug tot 32' C. Vul een bonbonvorm met de gesmolten chocolade en giet de overtollige chocolade er weer uit. 
Ik heb hiervoor een roostertje op een met bakpapier beklede vorm gezet en daar de bonbonmal op de kop op gezet, zodat de chocolade er geleidelijk uit kon lopen.
Laat de chocolade volledig afkoelen.
Doe de Prosecco chocolade vulling in een spuitzak en vul hiermee de bonbonvorm. Laat het geheel vervolgens weer afkoelen.
Bedek tot slot de bonbons met een laagje chocolade en strijk dit met een spatel of paletmes glad. Laat het geheel in de koelkast volledig afkoelen en haal de bonbons uit de vorm.




En voor wie dit in zijn geheel niet ziet zitten, die kan net als Yotam Ottolenghi de chocolade vulling in een met plastic folie beklede vorm van 14x14 cm gieten, dit laten afkoelen en vervolgens in kleine blokjes snijden (ongeveer 2x2 cm). Haal de blokjes één voor één door de gesmolten chocolade en bestrooi ze met cacao.


zondag 2 september 2012

Pittige aubergine met sinaasappel en feta


Onlangs kreeg ik via de post vanuit Rijswijk een heerlijk geurend pakketje toegestuurd. Er zat een zakje za'atar en een zakje sumak in. Ik had ook al een recept in mijn hoofd waarin ik deze heerlijk geurende kruiden kon verwerken; de pittige aubergine met granaatappel en feta van Jamie Oliver, zie hier het originele recept.
Er bleek alleen bij nadere bestudering van het recept helemaal geen za'atar gebruikt te worden. En granaatappelpitten had ik ook al niet voorhanden, al zouden die het voor de foto erg goed doen. Voor de smaak trouwens ook.
Nu ben ik nogal gemakkelijk in de keuken; wat ik niet lekker vind en wat ik niet in huis heb laat ik weg of vervang ik door iets anders. En zo werd de komijn uit het recept vervangen door za'atar en de granaatappelpitten door sinaasappel. En het was heerlijk!



2 aubergines
2 theelepels za'atar
1 theelepel sumak
2 eetlepels olijfolie
snufje zout
2 eetlepels dille
2 eetlepels basilicum
1 eetlepel munt
vruchtvlees van een halve sinaasappel
sap van een halve sinaasappel
100 gram feta

Snijd de aubergine in blokjes en meng dit met de za'atar, sumak, olijfolie en zout. Schep het geheel in een ovenschaal of op een bakplaat en bak het ongeveer 20 minuten in een voorverwarmde oven op 200' C. Schep de kruiden, sinaasappel en feta erdoor. Sprenkel het sinaasappelsap erover en serveer het gerecht warm. Hoewel het koud ook lekker is.



Inmiddels heb ik een recept toegestuurd gekregen om zelf za'atar te maken en ook op de blog van Lies (Lepeltje Liefde) staat bij de tips van dit recept hoe je za'atar kunt maken.
Behalve het kruidenmengsel door een gerecht te mengen is het ook heerlijk om stukjes croissantdeeg in te smeren met olijfolie, te bestrooien met za'atar en het dan af te bakken, zoals te zien is op onderstaande foto. Hetzelfde kan natuurlijk ook met bladerdeeg. Of je mengt de za'atar met olijfolie en doopt stukken brood erin.