zondag 30 december 2012

Penne met radicchio en tomatensalsa


Een tijd geleden zag ik in zo'n Duitse Marktkauf voor het eerst radicchio liggen, van die grote, rode slakroppen. Ik heb er toen een salade van gemaakt naar een recept van Ottolenghi. Verleden week had AH ook radicchio als weekgroente in de schappen liggen met een recept erbij voor deze 'penne met radicchio en tomatensalsa'. Dit keer waren het geen rode slakroppen, maar de Radicchio Rosso di Treviso Tardivo. Een prachtige naam. Ik zag op de blog van Antoinette (Italiaans koken met Antoinette) een post over allerlei soorten radicchio. Voor de belangstellenden is hier de link.

Het recept van deze penne doet me trouwens erg denken aan de pasta rucola dat ik eerder op mijn blog plaatste. Eigenlijk meer een zomers gerecht dan iets voor deze tijd van het jaar, maar als 'primo', de eerste gang na de Italiaanse antipasto, kan het ook prima. Vervolgens schep ik nog een keer op en maak ik er de secondo, de tweede gang, van. 
Hoe dan ook, zo'n eenvoudig en smaakvol pastagerecht als dit behoort toch wel tot mijn favorieten.

1 bosje radicchio
500 gram tomaten
300 gram penne
1 buffelmozzarella
100 ml olijfolie (extra vierge)
30 gram rucola
een handvol basilicumblaadjes
1 eetlepel kappertjes
1 teentje knoflook
peper en zout

Snijd de tomaten in kleine stukjes, scheur de basilicumblaadjes en vermeng dit met de kappertjes, de uitgeperste knoflook en de olijfolie. Breng het op smaak met peper en zout en zet de salsa minstens twee uur op een koele plek.
Kook de pasta beetgaar. Verwarm de salsa even kort in een pan. Giet de pasta af en meng dit met de salsa. Scheur de buffelmozzarella in stukjes en voeg dit toe. Snijd de radicchio in grove stukken en voeg dit met de rucola aan de pasta toe. Roer het geheel goed door.

maandag 24 december 2012

Fijne kerstdagen!











Gisteren waren we bij vrienden op bezoek en de hint was duidelijk: "die Devil's Food Cake kennen we inmiddels wel". En ze hebben natuurlijk gelijk. Twee weken, bijna drie weken geen nieuwe post op mijn blog is wel erg lang niets. En dat terwijl ik eigenlijk minimaal één keer per week een nieuw bericht had willen posten. Maar soms is het even niet anders.
Ik hoop dat het me gaat lukken om heel snel die verrukkelijke penne met radicchio en tomatensalsa te posten, evenals de paprikasoep met gorgonzola en de linzenvlaai, die ik onlangs heb gemaakt.

Maar voor nu wens ik iedereen hele gezellige kerstdagen!



donderdag 6 december 2012

Devil's Food Cake

Het is alweer zo'n acht jaar geleden dat het boek 'Ik wil chocola' van Linda Collister een plaats in mijn boekenkast kreeg. En al die jaren heb ik me voorgenomen om een keer de Devil's Food Cake te maken. Alleen al door die naam. Dat klinkt gewoon duivels lekker. Hetzelfde geldt trouwens voor de Mississippi Mud Pie. Een taart die afkomstig is uit het zuiden van de VS en zijn naam dankt aan het dikke, donkere en modderige water van de Mississippi Delta. Dat klinkt natuurlijk niet erg smakelijk, maar als je de taart zou zien en bedenkt dat die modderige massa van chocolade is dan wil je best een hapje proeven.
Maar twee weken geleden maakte ik dan toch eindelijk de duivelse chocoladetaart voor mijn verjaardag. 
Oorspronkelijk werd deze taart gemaakt van bieten en cacao, waardoor de taart rood van kleur was. Waarschijnlijk dankt de taart zijn naam ook door de combinatie met een witte glazuurlaag die je bij de rode exemplaren ziet. De taart wordt daardoor ook wel de Red Velvet Cake genoemd, maar dan hoort hij wel echt rood te zijn.
Mijn Devil's Food Cake is zonder bieten en zonder witte glazuurlaag, maar wel goddelijk van smaak.


Voor de cake
100 gram pure chocolade, fijngehakt
125 ml zure room
175 gram rietsuiker
300 gram bloem
een mespunt zout
3 eetlepels cacao
1 theelepel baksoda (dubbelkoolzure soda)
100 gram boter
200 gram kristalsuiker
2 eieren
1 theelepel vanille-essence
175 ml water, op kamertemperatuur

Voor de ganache
300 gram pure chocolade
(eventueel half puur, half melk)
225 ml zure room

Verwarm de gehakte chocolade, zure room en rietsuiker in een pan met een dikke bodem. Roer af en toe tot de chocolade gesmolten is en het mengsel glad.
Zeef de bloem, het zout, de baksoda en de cacao.
Klop de boter met de suiker tot een romige massa. Klop de eieren er één voor één door, gevolgd door de vanille-essence.
Roer het gezeefde meelmengsel en het water er geleidelijk aan door. Voeg tot slot het chocolademengsel toe. Zorg dat alles goed gemengd is.

Verdeel het beslag over twee taartvormen (springvormen) van 20 cm doorsnee en bak ze (eventueel om beurten) op 180' C in 45 minuten gaar. Reken voor twee  grotere taartvormen van 24 cm doorsnee een baktijd van 30 minuten.

Controleer met een houten prikker of breinaald of de cakes gaar zijn.

Smelt voor de ganache de chocolade au bain marie. Haal de kom van het vuur en roer de zure room erdoor. Laat het mengsel dik en smeerbaar worden.

Snijd de cakes met een doorsnee van 20 cm doormidden. Bij de cakes met een grotere doorsnee hoeft dat niet, omdat die minder hoog zijn.
Smeer op iedere laag, behalve de bovenkant wat van de ganache. Leg de lagen op elkaar en smeer de rest van de ganache op de bovenkant en zijkanten van de taart. Versier de taart eventueel met schaafsel.


























Overigens hoop ik dat ik nog een hele tijd kan blijven bloggen, maar de opslagcapaciteit voor mijn blog is nagenoeg vol. Ik ben druk op zoek naar een geschikte oplossing. Maar voor nu is het weer even gelukt!

dinsdag 20 november 2012

Bos op je bord


Cantharellen

Verleden week kreeg ik een prachtig kookboek, als dank en waardering voor foto's die ik een tijd geleden gemaakt had.  Eén van mijn collega's kreeg na jaren in de bibliotheek gewerkt te hebben (van bibliothecaris tot leidinggevende en coördinator cultuureducatie) een nieuwe baan en uitdaging als directeur bij Kunstkade in Leeuwarden. Zo'n afscheid verdiende op z'n minst een mooi fotoboek, waar ik met veel plezier aan heb mogen werken.
En nu heb ik zomaar 'Bos op je bord' gekregen en maak ik kennis met de biefstukzwam, de heksenboleet, het fluweelpootje, de grote molenaar, het stobbezwammetje en nog tientallen andere paddestoelen om te plukken en te eten. 
Geen paddestoelen die je in de supermarkt of bij de groenteboer koopt, al zullen er heus wel een paar soorten tussen zitten, maar paddestoelen die je zelf plukt. Mits je er verstand van hebt natuurlijk, want er zijn behalve vele eetbare soorten ook genoeg giftige paddestoelen.
Achter op het boek staat een mooie tekst uit 1554 van de Vlaamse geneesheer Dodoens: 'Sommighe zijn eetbaar; sommige fenijnigh ende doodelijck'. Het klinkt vooral heel spannend. 



Ria Loohuizen is de auteur van 'Bos op je bord' en andere cultuurhistorische boeken over eten uit de natuur, waarin ze haar passies wandelen en koken gecombineerd heeft.
Ik heb absoluut geen verstand van wilde paddestoelen, maar het boek kan zomaar de aanleiding zijn om een keer met een kenner op pad te gaan en paddestoelen te gaan plukken. En er dan een heerlijk gerecht van te maken.
De paddestoelen op bovenstaande foto's kwam ik tijdens onze Pieterpad wandelingen tegen, maar ik heb geen idee of deze eetbaar of fenijnigh en doodelijck zijn. Ik denk dat laatste.


Vooralsnog koop ik paddestoelen in de winkel, waar je soms best bijzondere exemplaren aantreft. Nu zijn cantharellen op zich niet meer zo bijzonder. In de grotere supermarkten liggen ze volgens mij standaard in de schappen, maar een poos geleden trof ik een grote bak catharellen aan en dat is wel weer bijzonder (die grote bak). In ieder geval in mijn omgeving.

Ik maakte er een eenvoudige maaltijd van: gebakken cantharellen met risotto en in witte wijn gestoofde venkel.

Gebakken cantharellen

500 gram cantharellen
2 tenen knoflook
een paar takjes verse dragon
een flinke scheut olijfolie
peper en zout

Wrijf de cantharellen schoon en bak ze in de olijfolie. Pers de knoflook erboven uit en bak dit kort mee. Voeg de dragon toe, laat het geheel nog even door bakken en breng het op smaak met peper en zout.

Je zou het nog af kunnen blussen met sherry, maar aangezien de venkel ook al wordt gestoofd in witte wijn laat ik de sherry hier weg. Maar het is een heerlijke combinatie: paddestoelen, knoflook, dragon en sherry.


Gestoofde venkel

2 venkelknollen
4 kleine sjalotten
een flinke scheut olijfolie
1 dl witte wijn 
peper en zout

Maak de venkel schoon, snijd de onderkant eraf en snijd de venkel vervolgens in parten. Maak de sjalotten schoon en snijd deze in halve ringetjes.
Bak de venkel en sjalotten eerst in olijfolie en voeg vervolgens de witte wijn toe. Stoof de venkel verder gaar. Breng het op smaak met peper en zout.


Over de venkel heb ik broodkruim gestrooid dat ik eerst met olijfolie, kruiden en knoflook gemengd heb en daarna in de oven gebakken heb. 

Voor de risotto heb ik een basisrecept gebruikt, dat tegenwoordig wel in veel kookboeken te vinden is en anders op internet of op de achterkant van een pak risottorijst.



Omdat ik het de laatste tijd wat drukker met werken en andere zaken heb, kom ik minder aan bloggen toe. Af en toe kan ik nog putten uit eerder gemaakte gerechten en foto's, zoals met deze cantharellen. Het vormde een mooie combinatie met het boek, vond ik. 
Daarnaast word ik ook kritischer ten aanzien van de foto's die ik maak. Flitsfoto's bevallen me niet meer, om 16.30 uur is het al bijna te donker om foto's bij daglicht te maken en ik ben nog niet kundig genoeg om indirecte flitsfoto's te maken. Het is wel weer een nieuw doel om na te streven.

Vandaag bracht ik in de keuken door om het duivelse gedrag van de Devils Food Cake die ik maakte onder controle te krijgen. Een vierlaags taart met een nog niet uitgeharde ganachelaag is behoorlijk stuurs. Maar het is gelukt.
Een tijd geleden volgde ik fotolessen bij Karen Klein en dankzij die lessen lukt het me aardig om de camera zo in te stellen dat ik ook bij schemer nog redelijke foto's krijg. 
Binnenkort hoop ik dus een post te kunnen plaatsen over die vierlaagse duivelse chocoladetaart. 

zondag 11 november 2012

Sweet potato chili

In Seasons Magazine van oktober 2012, in de bijlage Koken&Eten, stonden een aantal recepten van pompoen en zoete aardappel uit Noord-Amerika. Daar zijn ze blijkbaar dol op zoet en dus worden gerechten met pompoen en zoete aardappel daar ook geregeld gegeten. Net als gerechten met maïs overigens. 
Ik heb het oorspronkelijke recept omgetoverd tot een heerlijke vegetarische variant met iets meer paprika en met verse tomaten, maar vleesliefhebbers kunnen er natuurlijk hun eigen chili met vlees variant van maken. 

Het recept is voor vier personen, waarbij de zoete aardappel in de lengte doormidden gesneden wordt. De vier helften worden uitgehold en vervolgens gevuld met de chili. Zelf heb ik de aardappels heel gelaten en alleen de bovenkant opengesneden en uitgehold. Het gerecht is overigens prima in de oven op te warmen, hetgeen ik met dit gerecht later ook heb moeten doen.
In deze tijd van het jaar is het al zo vroeg donker dat ik 's middags dit gerecht ben gaan maken om het nog bij daglicht op de foto te krijgen. 


1 grote ui
2 rode puntparika's
1 eetlepel olijfolie
2 tenen knoflook
1 rode peper
2 tomaten
1 theelepel oregano
peper en zout
450 gram bonen
(bijvoorbeeld rode kidneybonen)
2 grote zoete aardappelen
1 bakje zure room
1 bosje koriander of peterselie

Verwarm de oven voor op 200' C. Prik met een vork gaatjes in de zoete aardappel, wikkel ze in aluminiumfolie en zet ze drie kwartier tot een uur in de oven, afhankelijk van de grootte.
Snipper de ui en fruit dit in de olijfolie. Snijd de paprika en de rode peper in kleine stukjes, hak de knoflook fijn en voeg dit aan de ui toe. Bak het geheel op een hoog vuur gaar. Snijd de tomaten in blokjes en voeg ook dit toe. Laat het geheel nog ongeveer twee minuten bakken. Voeg de bonen toe en breng de chili op smaak met peper, zout en oregano. 
Snijd de zoete aardappel in de lengte door en schep tweederde van het vruchtvlees eruit. Schep dit door de chili.
Verdeel de chili over de aardappel en garneer het gerecht met zure room en gehakte koriander of peterselie.








































zaterdag 27 oktober 2012

Walnoten-honingkoek

Ik kreeg laatst van Mrs. Bramley een recept van walnoten-honingkoek. Het recept is afkomstig van familie van Mrs. Bramley die een imkerij hebben en een tuin vol walnotenbomen. Zij maken deze koek dus grotendeels met eigen producten. Ik stel me ook zo voor dat ze het recept zelf bedacht hebben of dat het wellicht een oud familierecept is, maar mijn fantasie slaat soms snel op hol. Misschien hebben deze mensen niet eens een tuin vol walnotenbomen, maar slechts één of twee bomen en komt dit recept uit een standaard kookboekje. Maar zolang ik dat niet weet mag mijn fantasie wel een beetje meewerken.
Voor wie deze walnoten-honingkoek gaat maken: laat hem even één tot twee dagen staan alvorens ervan te proeven. Hij is dan zoveel lekkerder en completer. 



Voor de bodem
225 gram bloem
snufje zout
100 gram kristalsuiker
225 gram roomboter
1 ei
fijngeraspte schil van 1 citroen

Voor het sierlaagje 
175 gram boter
4 eetlepels honing
4 eetlepels kristalsuiker
175 gram donkerbruine basterdsuiker*
5 eetlepels slagroom
450 gram walnoten (gepeld)

* Ik kom er bij het uitschrijven van dit recept achter dat ik de donkerbruine basterdsuiker over het hoofd gezien heb. In de koek op de foto zit dit ingrediënt er dus niet in. Waarschijnlijk zal de toplaag er nog kleveriger door worden, maar ook behoorlijk zoeter.

Bekleed een bakplaat van 28 x 35 cm met bakpapier. 
Zeef de bloem en het zout boven een kom. Doe de suiker en boter erbij en wrijf het geheel door elkaar tot het mengsel op grof broodkruim lijkt. Meng het ei en de citroenschil erdoor.
Druk het mengsel in de bakplaat en zet het 10 minuten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 190' C (hete luchtoven op 180' C).
Haal het deeg uit de koelkast en prik er hier en daar in met een vork. Zet de bakplaat 15 minuten in het midden van de oven.

Verhit voor het sierlaagje de boter met de honing en suikers in een pan tot de boter gesmolten is. Breng het aan de kook en laat het zonder te roeren 2 minuten koken.
Neem de pan van het vuur en meng de slagroom en de walnoten erdoor. Schep dit mengsel over het deeg en bak de walnoten-honingkoek 25 minuten in het midden van de oven op 190' C.
Laat de koek volledig afkoelen en snijd ze in repen of vierkanten.


zondag 21 oktober 2012

Bramleys uit de oven


Het zijn niet de mooiste appels om te zien, deze Bramley's Seedling met hun plekjes, maar wel erg lekker van smaak. Hij wordt zelfs door chefkoks genoemd als de beste appel om mee te koken.
Verleden week krijgen we weer een zak vol van deze Bramleys. Ik zou bijna willen zeggen van Mr. and Mrs. Bramley, maar dat is natuurlijk niet zo. Door de naam krijg ik er alleen zo'n Downton Abbey gevoel bij, met apple pie en andere lekkernijen uit de keuken downstairs.
Behalve de Bramley's Seedling kregen we ook een zak met verse walnoten. Een heerlijke combinatie om te verwerken in 'appels uit de oven'. Meestal worden de appels uitgehold en gevuld met boter, suiker of honing, kaneel en noten, maar omdat deze onbespoten valappels mogelijk bewoners kunnen hebben, snijd ik de appels liever in partjes en doe dat met de andere ingrediënten in een ovenschaal.
Een heerlijk en vooral gemakkelijk te maken toetje, al dan niet geserveerd met custard of dikke room.


Downton Abbey Kitchen

Downton Abbey Kitchen

appels
walnoten
suiker of honing
kaneel
klontjes roomboter

Maak de appels schoon en snijd ze in partjes. Verdeel dit samen met de walnoten over een ovenschaal. Strooi de kaneel en de suiker erover. Leg hier en daar een klontje boter tussen de appelschijfjes en zet de schaal ongeveer een half uur in de oven op 200' C.



zaterdag 6 oktober 2012

Radicchiosalade met linzen, vijgen en walnoten


Ik mopper wel eens dat er hier, in deze regio, zo weinig bijzondere producten te krijgen zijn. Het voordeel daarvan is wel dat iedere keer als ik in een walhalla terecht kom, ik ontzettend kan genieten van wat ik allemaal aan bijzondere producten tegenkom.
Twee weken geleden waren we weer in zo'n waanzinnige Duitse Marktkauf. En daar zag ik tot mijn grote vreugde radicchio liggen. Van die mooie rode slakroppen.
Ik heb er een salade van gemaakt, gebaseerd op de radicchiosalade van Ottolenghi uit de Guardian. Een en ander heb ik aangepast en toegevoegd. Om eerlijk te zijn vond ik de smaak van gegrilde radicchio, zoals dat in het recept van Ottolenghi staat, helemaal niet zo lekker. Maar dat is natuurlijk persoonlijk.
De vijgen en granaatappelpitten heb ik zelf aan het recept toegevoegd.



100 gram linzen (le puy)
1 laurierblaadje

3 eetlepels vijgen-balsamicoazijn
50 ml olijfolie
1 eetlepel honing


100 gram walnoten
50 gram honing
1/4 theelepel gemalen chilipeper
1/2 theelepel kurkuma
zout en peper

1/2 radicchio
een handvol verse basilicum, dille en peterselie
4 verse vijgen
1 granaatappel
kaas naar smaak 
(bijvoorbeeld een geiten-, schapen- of blauwschimmelkaas)

Kook de linzen met wat zout en het laurierblad. Laat ze vervolgens afkoelen. Maak een dressing van de vijgen-balsamicoazijn, olijfolie en honing. Doe de helft daarvan door de linzen.
Maak een pasta van de honing, chilipeper, kurkuma, zout en peper. Meng de walnoten erdoor en zet ze zo'n 15-20 minuten in de oven op 150' C. Ze moeten droog en crunchy zijn. En een klein beetje plakkerig.
Snijd de vijgen in parten, haal de pitjes uit de granaatappel en snijd de radicchio in repen. 
Maak de salade door de linzen te mengen door de radicchio. Voeg vervolgens de vijgen, granaatappelpitten, kruiden, kaas en walnoten toe. Druppel de resterende dressing over de salade.

Ik heb de salade zelf op een platbrood geserveerd en later opgerold om te eten.



donderdag 4 oktober 2012

Dierendag

Ik ben eigenlijk wat laat met het posten van deze blog. De meeste mensen hebben vast al gegeten. 
Het is vandaag namelijk EetGeenDierenDag, de jaarlijkse actie van Wakker Dier om in ieder geval één dag (vandaag) geen vlees te eten en even stil te staan bij de dieren in de vee-industrie.
En suggesties voor vegetarische gerechten vind je natuurlijk op deze blog.


De foto's zijn gemaakt in de Vechtstreek, waar we de negende etappe van het Pieterpad liepen. En behalve van het landschap kan ik ook genieten van deze Blaarkoppen* (een oud koeienras), die vredig in de schaduw lagen te genieten van het mooie nazomerweer. 

* Een oplettende lezer attendeerde mij erop dat deze koeien geen Blaarkoppen zijn maar Fleckvieh.



dinsdag 25 september 2012

Bimi-kaastaart

Verleden week kreeg ik via twitter een oproep van Ianna (Beginspiration) met de vraag of ik mee wilde doen aan het Foodblogevent van september. Het thema is 'maak jouw favoriete hartige taart'. 
Met nog een paar dagen te gaan ga ik toch overstag met deze bimi-kaastaart, die ik een tijd geleden maakte maar nog niet gepost had. 
Eigenlijk helemaal geen bijzondere taart, maar juist daardoor wel zo leuk om er iets over te schrijven. 
De taart is een afgeleide van de kaastaartjes die op mijn blog staan en waarbij ik de combinatie van croissantdeeg met een lobbige, smeuïge kaas onweerstaanbaar lekker vind. Die basis behoort denk ik wel tot mijn favoriete hartige taart. En verder kun je er eindeloos mee variëren. Bovendien is het wat mij betreft ook de leukste en verrassendste manier van koken; kijken wat je in huis hebt, bedenken welke smaken bij elkaar passen en er vervolgens wat van maken. 
In dit geval heb ik bimi (die kleine dunne broccolisteeltjes) met knoflook in olijfolie gebakken en dit met een abdijkaas in de taart verwerkt. Heel eenvoudig en heel lekker. 
Ik heb voor deze taart meer room gebruikt dan in het recept voor de kaastaartjes, maar het is maar net waar je zin in hebt. Het wordt er gewoon wat lobbiger door. 
Als tegenhanger voor deze toch enigszins machtige taart is een grote bak sla erbij wel zo lekker.



1 blikje croissantdeeg
2 schaaltjes bimi (à 200 gram)
2 tenen knoflook
olijfolie
3 à 4 eieren
2 dl room
peper en zout
250 gram abdijkaas 
handvol pijnboompitten

Fruit de bimi in de olijfolie. Pers de knoflook erboven uit. Laat het geheel zachtjes gaar worden en breng het op smaak met peper en zout.
Beboter een vuurvaste ovenschaal en bekleed deze met het deeg. Verdeel de bimi met knoflook over het deeg. Snijd de kaas in stukjes en verdeel ook deze over de taart. Andersom kan ook, dus eerst de kaas en dan de bimi.
Klop de eieren met de room los en schenk dit over de taart. Strooi er nog een handvol pijnboompitten over en bak de taart in ongeveer 40 minuten op 200' C.

dinsdag 18 september 2012

Proseccobonbons



Als ik ooit al gedacht had dat ik mijn roeping om chocolatier te worden gemist had, dan ben ik daar nu van genezen. Wat een bende had ik van mijn eerste vormbonbons gemaakt. En het leek zo gemakkelijk. Geïnspireerd door de blog van Nell (Eetplezier), de mooie bonbonvorm die ik gekocht had en het heerlijke recept van de champagnebonbons uit Het Kookboek van Ottolenghi ging ik twee weken geleden vol goede moed aan de slag. 
Eerst de vorm vullen met gesmolten chocolade, dit af laten koelen, vervolgens vullen met de vulling, weer af laten koelen en tot slot afdekken met een laagje chocolade. Dat lijkt toch niet heel lastig. Maar waar laat je die chocolade die weer uit de vorm moet? Mijn au-bain-marie pannetje is maar heel klein. En hoe lang laat ik die chocolade eruit lopen, want zodra ik de vorm weer recht houd, loopt alles weer naar de onderkant, waardoor dat deel weer te dik wordt. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het creëren van een mooie gladde bovenkant of eigenlijk onderkant als je de bonbons omdraait.
Maar ik zal mezelf niet zijn als ik het geheel niet een tweede kans geef. Dit keer met een zelfbedachte constructie om het kliedergehalte te verminderen. En ik ben de chocolade toch ook maar gaan tempereren om een mooie glans te krijgen. Niet helemaal zoals het hoort, maar toch.
Het resultaat mag er voor een tweede keer best zijn: mooie glanzende chocoladerozen gevuld met een Prosecco chocolade vulling. Die paar luchtbelletjes in de chocolade en een niet zo'n gladde onderkant neem ik dit keer voor lief.



60 gram melkchocolade
200 gram pure chocolade
150 gram boter
80 ml Prosecco (of champagne)
40 ml Cointreau (of cognac)

pure chocolade voor de afwerking

Hak met een mes beide soorten chocolade in kleine stukjes en verwarm ze au-bain-marie tot het net gesmolten is. 
Verwarm de Prosecco en Cointreau tot ongeveer 80' C. Giet de alcohol over de chocolade en roer het geheel goed door. Roer de boter in kleine stukjes door de chocolade en blijf roeren tot de massa glad is.
Laat de vulling in de koelkast volledig afkoelen.

Smelt de chocolade voor de afwerking au-bain-marie en breng de temperatuur van de chocolade terug tot 32' C. Vul een bonbonvorm met de gesmolten chocolade en giet de overtollige chocolade er weer uit. 
Ik heb hiervoor een roostertje op een met bakpapier beklede vorm gezet en daar de bonbonmal op de kop op gezet, zodat de chocolade er geleidelijk uit kon lopen.
Laat de chocolade volledig afkoelen.
Doe de Prosecco chocolade vulling in een spuitzak en vul hiermee de bonbonvorm. Laat het geheel vervolgens weer afkoelen.
Bedek tot slot de bonbons met een laagje chocolade en strijk dit met een spatel of paletmes glad. Laat het geheel in de koelkast volledig afkoelen en haal de bonbons uit de vorm.




En voor wie dit in zijn geheel niet ziet zitten, die kan net als Yotam Ottolenghi de chocolade vulling in een met plastic folie beklede vorm van 14x14 cm gieten, dit laten afkoelen en vervolgens in kleine blokjes snijden (ongeveer 2x2 cm). Haal de blokjes één voor één door de gesmolten chocolade en bestrooi ze met cacao.


zondag 2 september 2012

Pittige aubergine met sinaasappel en feta


Onlangs kreeg ik via de post vanuit Rijswijk een heerlijk geurend pakketje toegestuurd. Er zat een zakje za'atar en een zakje sumak in. Ik had ook al een recept in mijn hoofd waarin ik deze heerlijk geurende kruiden kon verwerken; de pittige aubergine met granaatappel en feta van Jamie Oliver, zie hier het originele recept.
Er bleek alleen bij nadere bestudering van het recept helemaal geen za'atar gebruikt te worden. En granaatappelpitten had ik ook al niet voorhanden, al zouden die het voor de foto erg goed doen. Voor de smaak trouwens ook.
Nu ben ik nogal gemakkelijk in de keuken; wat ik niet lekker vind en wat ik niet in huis heb laat ik weg of vervang ik door iets anders. En zo werd de komijn uit het recept vervangen door za'atar en de granaatappelpitten door sinaasappel. En het was heerlijk!



2 aubergines
2 theelepels za'atar
1 theelepel sumak
2 eetlepels olijfolie
snufje zout
2 eetlepels dille
2 eetlepels basilicum
1 eetlepel munt
vruchtvlees van een halve sinaasappel
sap van een halve sinaasappel
100 gram feta

Snijd de aubergine in blokjes en meng dit met de za'atar, sumak, olijfolie en zout. Schep het geheel in een ovenschaal of op een bakplaat en bak het ongeveer 20 minuten in een voorverwarmde oven op 200' C. Schep de kruiden, sinaasappel en feta erdoor. Sprenkel het sinaasappelsap erover en serveer het gerecht warm. Hoewel het koud ook lekker is.



Inmiddels heb ik een recept toegestuurd gekregen om zelf za'atar te maken en ook op de blog van Lies (Lepeltje Liefde) staat bij de tips van dit recept hoe je za'atar kunt maken.
Behalve het kruidenmengsel door een gerecht te mengen is het ook heerlijk om stukjes croissantdeeg in te smeren met olijfolie, te bestrooien met za'atar en het dan af te bakken, zoals te zien is op onderstaande foto. Hetzelfde kan natuurlijk ook met bladerdeeg. Of je mengt de za'atar met olijfolie en doopt stukken brood erin.