Er zijn veel verschillende recepten voor focaccia te vinden, maar het belangrijkste verschil is volgens mij de toevoeging van de olijfolie door het deeg. Het deeg wordt daardoor zacht en veerkrachtig.
Het leuke bij focaccia is dat je voor de topping alle kanten uit kunt: pesto, tomaatjes, olijven, venkel, kruiden en alle combinaties die je kunt bedenken.
Voor dit Italiaans platbrood heb ik als topping olijfolie, grof zeezout, rode ui en een paar takjes rozemarijn gebruikt.
500 gram bloem
25 gram verse gist of 12 gram gedroogde gist
3 dl lauwwarm water
2 eetlepels olijfolie
15 gram suiker of honing (ongeveer één eetlepel)
snufje zout
Meng de gist met het water, de olijfolie en de suiker. Meng het zout door de bloem.
Maak een kuil in het midden van de bloem en voeg er geleidelijk het gistmengsel aan toe. Meng de bloem van buiten naar binnen met het mengsel tot er een samenhangend deeg ontstaat.
Kneed het deeg vervolgens nog vijf minuten tot een mooi elastisch geheel.
Laat het deeg op een tochtvrije en warme plek circa 45 minuten rijzen. Het deeg moet uiteindelijk in volume verdubbeld zijn.
Verwarm de oven voor op 220 graden.
Kneed het deeg opnieuw en rol of trek het uit tot een één centimeter dikke plak. Maak met je vingers gaten in het deeg, doe er een topping op (duw dit wat in het deeg) en laat het geheel nog 30 minuten narijzen.
Bak de focaccia in ongeveer 15 minuten tot het brood er goudgeel uitziet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten